In dit artikel wordt uitgelegd wat flitsers zijn en waarvoor ze worden gebruikt. Zo ontdek je de kenmerken van stroboscopen, hoe een stroboscoop werkt en de geschiedenis van dit apparaat.
Wat is een stroboscoop?
De stroboscoop is een instrument dat met tussenpozen een roterend of trillend voorwerp verlicht. De stroboscoop is dus een apparaat waarmee u een roterend object kunt visualiseren alsof het stilstaat of heel langzaam draait.
In de techniek wordt de stroboscoop gebruikt om de beweging van roterende machines te bestuderen. Op dezelfde manier kan een flitser worden gebruikt om fouten te detecteren. Hieronder zullen we zien wat alle toepassingen van de flitser zijn.
Een flitser zendt licht uit op een bepaalde frequentie, of met andere woorden: hij schakelt een lamp aan en uit. Je kunt het object dus alleen op bepaalde frequenties zien en daardoor zie je het object niet draaien maar alleen statische beelden van het object.
Kenmerken van een flitser
Om de juiste flitser te kiezen, moet u rekening houden met de volgende vier flitserparameters:
- Frequentiebereik : Dit is het frequentiebereik waarop de flitser licht kan uitzenden. Deze eigenschap bepaalt op logische wijze de meting die u wilt uitvoeren. U moet ervoor zorgen dat de rotatiesnelheid die u wilt analyseren binnen het stroboscoopbereik ligt.
- Lichtbron : Dit is het soort licht dat wordt uitgezonden. Momenteel zijn de meeste gebruikte lampen xenon.
- Lichtintensiteit : geeft de lichtcapaciteit van de flitser aan.
- Precisie : als je de frequentie van de flitser aanpast aan de rotatiesnelheid van het object, lijkt het volledig stil te staan. Het is daarom noodzakelijk om een nauwkeurige stroboscoop te kiezen om de frequentie nauwkeurig aan te kunnen passen aan de waarde van de rotatiesnelheid van het object.
Hoe een flitser werkt
Zodra we de definitie van de stroboscoop en zijn kenmerken hebben gezien, zullen we in deze sectie zien hoe dit apparaat werkt om de betekenis ervan te begrijpen.
De werking van een stroboscoop bestaat uit het uitzenden van lichtflitsen met een instelbare frequentie totdat de frequentie van de stroboscoop gelijk is aan de rotatiesnelheid van het bestudeerde object. Op deze manier kan de rotatiesnelheid worden bepaald met behulp van een stroboscoop.
Met andere woorden, de gebruiker moet de frequentie waarmee de flitser een licht aan- en uitzet, aanpassen totdat deze precies hetzelfde is als de snelheid van het roterende object. De gebruiker weet dat hij deze frequentie heeft bereikt als hij het roterende object nog steeds in dezelfde positie ziet, alsof het stilstaat.
Een groot voordeel van de stroboscoop is dan ook dat je hiermee de rotatiesnelheid van een object kunt bepalen zonder dat je het hoeft aan te raken, maar juist vanaf een afstand kunt vinden. Daarom is het erg handig om de rotatiesnelheid te meten van een onderdeel van een machine dat moeilijk toegankelijk is.
In de volgende video kun je zien hoe de rotatiesnelheid van een object wordt gemeten met een flitser:
Waar wordt een flitser voor gebruikt?
In de techniek wordt de flitser gebruikt om de rotatiesnelheid van een object te bepalen zonder contact te hoeven maken. Stroboscopen worden bijvoorbeeld gebruikt om de snelheid te meten waarmee een onderdeel van een machine draait, zodat dit kan worden geanalyseerd.
Op dezelfde manier wordt de flitser niet alleen in de technische sector gebruikt. In de geneeskunde wordt de stroboscoop gebruikt om iemands stembanden te bestuderen.
Aan de andere kant worden in sommige nachtclubs ook flitsers gebruikt. In dit geval gebruiken we een soort flitser die is aangepast om een lichteffect te creëren, waardoor het lijkt alsof we in slow motion dansen.
Ten slotte wordt de flitser op de draaitafel gebruikt om de snelheid aan te passen waarmee de vinylplaat draait.
Geschiedenis van de flitser
Ten slotte zullen we de oorsprong van de flitser zien en de evolutie die deze in de loop van de tijd heeft doorgemaakt.
De stroboscoop werd uitgevonden in 1832, maar het Belgische Joseph Plateau noemde hem fenakistoscoop. Later, maar datzelfde jaar, ontwierp de Oostenrijker Simon von Stampfer hetzelfde instrument onder de naam stroboscoop. Dus hoewel Stampfer algemeen wordt beschouwd als de inventaris van de stroboscoop, baseerde hij deze feitelijk op het werkingsprincipe van het apparaat dat door Plateau was gemaakt.
In 1917 patenteerde de Franse ingenieur Etienne Oehmichen de eerste elektrische flitser. Later, in 1931, gebruikte de Amerikaan Harold Eugene Edgerton stroboscooplicht om de onderdelen van een bewegende machine te analyseren. En sindsdien begon de General Radio Corporation dit instrument op de markt te brengen onder de naam „Srobotach“.
Houd er rekening mee dat de flitser niet alleen is gebruikt in wetenschappelijk onderzoek, maar ook impact heeft gehad op de samenleving in het algemeen. Er zijn bijvoorbeeld verschillende speelgoedjes uitgevonden op basis van het stroboscoopprincipe.